Met de Museumplusbus naar het Kröller-Müller Museum.
Al voor de geplande vertrektijd was iedereen aanwezig voor de reis naar de Hoge Veluwe. Nadat de chauffeur iedereen uit Winssen en Beuningen welkom had geheten, werden we middels stickers verdeeld in 3 groepen. Bij aankomst in het park werden we verwelkomd door onze gastvrouw Veronique. Zij nam ons mee naar binnen waar we eerst konden genieten van een lekker kopje koffie of thee. Ondertussen was iedereen geanimeerd in gesprek met elkaar. Leuk om zo ook weer eens andere mensen te ontmoeten en te spreken. De bevlogen gidsen vertelden enthousiast over de grondlegster van “hun “museum: Helene Kröller–Müller. In 1908 koopt Helene op een veiling haar eerste Van Gogh: Bosrand . Voor dit werk betaalt ze 110 gulden. Het tweede schilderij zijn de Vier uitgebloeide zonnebloemen waarvoor ze 2500 gulden betaalt. In 20 jaar verzamelt ze 88 Van Goghs en daarmee is deze collectie de tweede grootste van de wereld. Het museum werd geopend in 1938. Helaas heeft Helene er zelf maar kort van kunnen genieten want een jaar later overleed zij.
Vincent van Gogh experimenteerde in zijn beginperiode met stijlen van andere schilders waarna een tijd aanbrak waarin hij vooral de hard werkende arbeiders wilde vastleggen. Dit wilde hij ook tot uitdrukking brengen middels het aardse kleurgebruik. Dit hebben we gezien bij de Aardappeleters. Deze stijl werd door andere schilders niet begrepen, laat staan gewaardeerd. Na een blauwe maandag op de tekenacademie in Antwerpen te zijn geweest, besluit hij naar Parijs te vertrekken waar hij intrekt bij zijn broer Theo, die kunsthandelaar was. Daar begint hij veel met kleuren te experimenteren en hij wordt geïnspireerd door andere collega’s waaronder Gauguin voor wie hij veel bewondering had. Door tussenkomst van Theo komt Gauguin kijken naar zijn schilderij van de zonnebloemen en hij is echt onder de indruk. Uiteindelijk onderhandelen ze en krijgt Gauguin dit schilderij en nog een tweede in ruil voor één werk van hem. Om de goede kleuren te bepalen in zijn schilderijen werkte Vincent met kleine flosjes wol die hij altijd in zijn tekendoos bewaarde.
In Arles waar hij een kunstenaarscollectief wil opbouwen wordt zijn kleurgebruik nog helderder maar na het vertrek van Gauguin komt hij in een psychose terecht en snijdt hij zijn oor af. Hij laat zich vrijwillig opnemen. Hij heeft geen gemakkelijk leven gehad was onze constatering, alvorens wij van een lekkere lunch mochten genieten en de beeldentuin nog konden bewonderen.
Kortom een goed verzorgde en inspirerende activiteit!
Gerry van Eldijk